Vaderdag
De juf kwam met een leuke mededeling op een zonnige zomerdag in 1972. “Vandaag gaan we met handenarbeid een leuk kado voor vaderdag maken. Maak een mooie dassenhanger voor je vader om hem op vaderdag te verrassen!” Onmiddellijk sloeg bij mij de paniek toe; mijn vader droeg geen dassen. Never. Nooit.
Truien en T-shirts, in iets anders had ik mijn vader zelden gezien. Als ie heel netjes moest zijn een overhemd, maar zonder das. Want zijn theorie was dat dassen de bloedsomloop hinderden en dat je daardoor niet meer helder kon denken. En dat je daarmee tot een kantoorslaaf kon evolueren.
En V aderdag, of Moederdag? Daar deden we thuis niet aan. Als zeven jarige, nieuw op school en ernstig mijn best doend me aan te passen besloot ik niks te zeggen. OK. Een dassenhanger dus. Mijn vader zou toch wel blij zijn met iets wat ik had gemaakt, wat het dan ook was?
Ik ging aan de gang met het ontwerp dat de juf op het schoolbord tekende. Zagen, spijkeren, verf er op en een touwtje er aan om het ding in de kast te kunnen hangen. Ik deed mijn best om de mooiste dassenhanger te maken die er zou zijn. Ik schilderde het ding groen en blauw en schreef de naam van mijn vader er op.
Mijn vader kwam thuis uit zijn werk. Ik ving hem in de gang op. “Pap, ik heb iets voor je. Het is voor Vaderdag. Ik heb het op school gemaakt.” Ik gaf hem het ding en zag hoe onooglijk en onbeholpen het was. Scheef ingeslagen spijkers, opgedroogde verfdruipers. Een rafelig touwtje. En een dassenhanger. Voor iemand die geen dassen had. Hij nam het aan, keek er naar en zei: “mooi hoor, maar wat is het?” Ik bleef even stil. Zijn ogen zochten de mijne. “Sorry pap, het is een dassenhanger”. Ik zag zijn blik waar een wereld in zat. Hij begreep. Dat de conventies ons beide hadden opgezadeld met iets waar we beiden niks aan hadden. Ik wist dat de dassenhanger op een onbewaakt moment in de vuilnisbak zou verdwijnen.
En hij wist dat ik dat wist en dat ik het zou begrijpen. Hij gaf me een kus op mijn hoofd en zei “het is de mooiste dassenhanger die ik ooit gezien heb, dank je wel”. De dassenhanger is nooit meer ter sprake gekomen. Maar ik wist dat hij wist dat ik wist.